Wat is de betekenis van kasticket?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kasticket

kasticket - Zelfstandignaamwoord 1. kassabon Woordherkomst samenstelling van kas en ticket Synoniemen bonnetje

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kasticket

kassabon De wetgever voorziet voor handelaars de mogelijkheid om het totaal te betalen bedrag op het kasticket van de klanten af te ronden naar het dichtste veelvoud van 0 of 5 eurocent. Zo kan geleidelijk het gebruik van de muntstukken van 1 en 2 eurocent worden verminderd. (Het Laatste Nieuws) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Ga...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kasticket

(het, -s) kassabon. Het is altijd erg nuttig om uw kasticket zorgvuldig na te kijken vooraleer u een warenhuis verlaat. - HN, 09-11-2002.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)