Kasje
Zie Christina Zie echter ook Kas.
Wiktionary (2019)
kasje - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) kwestie, vraag, probleem Woordherkomst Herkomst: Jiddisj
H. Beem (1975)
vraag, probleem, tegenwerping; Aramees kasja, het is moeilijk; vergelijk Hebreeuws koesja, moeilijkheid.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), kleine kas of kast, inz. getralied, gesloten kastje aan het stad- of gemeentehuis, waarin de huwelijksaankondigingen worden geplaatst; (zegsw.) zij staan in het kasje (Zuidn. hangen in het kasken), zij zijn ondertrouwd.
M. J. Koenen's (1937)
o. kasjes (kleine kas; inz. getralied kastje aan het stadhuis): zegsw. zij staan in het kasje, ze zijn in ondertrouw of aangetekend.
J.H. van Dale (1898)
o. (-s), inz. getralied, gesloten kastje aan het stad- of gemeentehuis, waarin de huwelijksaankondigingen worden geplaatst; (zegsw.) zij staan in het kasje, zij zijn ondertrouwd; — (spottend) bultje.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: