Wat is de betekenis van kapotgaan?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kapotgaan

kapotgaan - Werkwoord 1. beschadigd raken waardoor iets niet meer functioneert Als je een kopje laat vallen gaat het kapot. Woordherkomst samenstelling van kapot en gaan Verwante begrippen stukgaan

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kapotgaan

(ging kapot, is kapotgegaan), 1. breken, stukgaan: zo zal die stok kapotgaan; gaten krijgen: mijn kousen, schoenen gaan kapot; 2. (plat) doodgaan, sterven : hij zal wel gauw kapotgaan.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kapotgaan

ging kapot, is kapotgegaan (1 stukgaan, breken; 2 van dieren of plat: sterven, doodgaan): 1 een goedkoop slot gaat al gauw kapot; 2 die koe zal wel kapotgaan.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kapotgaan

(ging kapot, is kapotgegaan) 1. doodgaan, sterven; dat zwijn moet ook al -; hij zal wel gauw -. 2. breken, aan stukken gaan; die glazen zullen -.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kapotgaan

(ging kapot, is kapotgegaan), (onoverg.) 1. breken, stukgaan: zo zal die stok —; gaten krijgen: mijn kousen, schoenen gaan kapot; 2. (plat) doodgaan, sterven: hij zal wel gauw —.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kapotgaan

(ging kapot, is kapotgegaan), breken, stuk gaan: zoo zal die stok kapotgaan; slijten, met gaten komen: mijne kousen, schoenen gaan kapot; — (plat) doodgaan, sterven: hij zal wel gauw kapotgaan.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)