Wat is de betekenis van kanter?

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Kanter

Zie Gandert

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kanter

kanter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die kant ((stenen) recht hakt) kanter - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van kant Woordherkomst Naamwoord van handeling van kanten met het achtervoegsel -er

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Kanter

m -> Kandert.

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kanter

korte galop.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kanter

m. (-s), 1. werkman die kant ; 2. brood dat aan de zijde van de oven gelegen heeft en daardoor ook een korst aan de zijkant heeft.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kanter

KANTER, m. (-s), brood dat aan de zijde van den oven gelegen heeft en daardoor ook eene korst aan den zijkant heeft.

2024-04-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Kanter

Kanter (De) is de naam van een aanzienlijk Zeeuwsch geslacht. Van de leden vermelden wij: Johan de Kanter, een verdienstelijk beoefenaar der geschiedenis. Hij werd geboren te Wissekerke op Noord-Beveland den 21sten Julij 1762 en zag zich in 1784 benoemd tot notaris te Zierikzee. In 1799 werd hij lector in de natuurkunde aan het muséum te Middelburg...

2024-04-29
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Kanter

Canterius: equus cui testes exempti.