Wat is de betekenis van kanarievogel?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kanarievogel

kleine, vinkachtige zangvogel. kleine, in Zuid-Europa en Midden-Europa in het wild levende, vinkachtige zangvogel die van nature een groengrauw of ook geel, donkergestreept verenkleed heeft, en naar kleur en vorm wordt gekweekt in verschillende variëteiten, zoals de vaak als kooivogel gehouden gele kanarie. Voorbeelden: Hoe kunn...

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kanarievogel

1) (19e eeuw) (sold.) aspirant-reserve-officier. In het meervoud gebruikt voor de infanterie. • Kanarievogels, (mil.), vroegere scheldnaam voor de infanterie, naar de gele uitmonstering. Bijnaam van de politieoppassers in Ned. Indië. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) &bu...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kanarievogel

kanarievogel - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) kanarie Woordherkomst samenstelling van kanarie en vogel

2024-04-27
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Kanarievogel

Kanarievogel - vroeger de scheldnaam voor een aspirant-reserveofficier of voor een infanterist. Zo genoemd vanwege de gele biesjes aan weerszijden van de kraag.

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kanarievogel

kanarie Vroeger had ik een kanarievogel (ook een wijfje zoals bleek) en een vis, en een tijdlang een eend en een egel. Later komen de negen wilde katten met hun jongen. (Christine D'Haen, Zwarte sneeuw) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 3

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kanarievogel

een groenachtige gele vink van de Canarische Eilanden, die omstreeks 1500 n. Chr. door Spaanse en Portugese zeelui over Spanje, Italië, Frankrijk en Engeland ook naar ons land als kooivogel werd ingevoerd. Ongeveer 25 rassen worden tegenwoordig gefokt met verschillende zang, kleur en vorm. De kanarie wordt met succes met inlandse vinkac...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kanarievogel

m. (-s), 1. kanarie. 2. schimpn. voor een in ’t geel gekleed of met geel uitgemonsterd persoon (vgl. Kanarie).

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kanarievogel

m. kanarievogels (kanarie).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kanarievogel

m. (-s) kanarie.