Wat is de betekenis van Kajuitsjongen?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kajuitsjongen

m. (-s), knaap als bediende van de kapitein; scheepsjongen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kajuitsjongen

m. kajuitsjongens (knaap, die in de kajuit d.i. bij den kapitein oppast, bedient).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kajuitsjongen

m. (-s) kamerjongen van de scheepskapitein.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kajuitsjongen

m. (-s), matroos als bediende van de kapitein; jong matroos.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kajuitsjongen

KAJUITSJONGEN, m. (-s), knecht van den kapitein, scheepsjongen; ...POORT, v. (-en), verlichting van de kajuit; geschutpoort; ...RAAM, o. (...ramen), het raam der kajuit; (spr.) door de kajuitsramen aan boord komen, (eig.) als bevelhebber aangesteld worden, zonder als ondergeschikte te hebben gevaren; (fig.) in eene betrekking worden geplaatst, waa...

2024-04-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Kajuitsjongen

z.n.m. - Knaap, die op Koopvaardyschepen de kajuit en meer byzonder den Kapitein bedient.

Gerelateerde zoekopdrachten