Wat is de betekenis van Kabelgat?

2024-04-27
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Kabelgat

Kabelgat - in t kabelgat kruipen: vlug bang zijn.

2024-04-27
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Kabelgat

Kabelgat - bergplaats voor lijnen, trossen en takels. Bij veel jachten is dit de voorpiek, soms ook de achterpiek, wanneer die toch niet voor iets anders kan worden gebruikt.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kabelgat

o. (-en), (zeew.) berghok voor kabels en waarloos touwwerk; (zegsw.) hij kruipt in ’t kabelgat, hij is een bloodaard, een bangeschijter.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kabelgat

o. -gaten (scheepst. bergplaats van kabeltouwen en waarloos touwwerk).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kabelgat

o. (-en) gat, ruimte in een schip, tot berging van kabels en waarloos touwwerk.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kabelgat

o. (-en), (zeevaart) berghok voor kabels en touwwerk; (zegsw.) hij kruipt in het —, hij is een bangerd.

2024-04-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Kabelgat

z.n.o. - De scheepsruimte, waar de ankertouwen en ander waarloos touwwerk geborgen worden. Spreekwijze: Hy kruipt in 't kabelkot (hy is een bloodaart).