Wat is de betekenis van kabaal?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kabaal

o., 1. lawaai, drukte, rumoer: kabaal maken, schoppen; 2. zie Cabaal.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kabaal

kabaal - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) lawaai, herrie Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kabaal

kabaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-baal 1. veel en onaangenaam geluid ♢ met veel kabaal renden de kinderen naar binnen Zelfstandig naamwoord: ka-baal het kabaal Synoniemen herrie, keet, lawaa...

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kabaal

herrie

2025-07-15
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Kabaal

In 1670 benoemde Koning Karel II van Engeland tot minister de heren Clifford, Arlington, Buckingham, Ashley en Lauderdale. De eerste letters hunner namen vormen het woord cabal en men heeft wel eens gedacht dat ons woord kabaal, vroeger veelal geschreven cabaal, daarvan afstamde. Dit is echter onmogelijk, want het woord komt reeds lang vó&oa...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kabaal

rumoer, drukte, lawaai.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kabaal

o., drukte, lawaai