Wat is de betekenis van kaaskoper?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaaskoper

m. (-s), 1. handelaar in kaas (in ’t groot); .

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaaskoper

('ka:s) m. (-s) groothandelaar die kaas in het groot opkoopt: ’t is een hele -, een man die het breed heeft en het laat blijken.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kaaskoper

m. (-s), 1. handelaar in kaas (in het groot); 2. (fig.) iemand die er warm in zit, over veel geld kan beschikken.

Gerelateerde zoekopdrachten