Wat is de betekenis van Kaankoek?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kaankoek

s., greaukoeke.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaankoek

m. (-en), koek van geperste kanen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kaankoek

(broodkoek van kanen als honden- en varkensvoer) 1 (voorwerpen.), m. -en; 2 (stofn.), v.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaankoek

m. (-en) v. (als stofnaam) kaanbrood.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kaankoek

KAANKOEK, m. (-en), gestold vet in vormen.

Gerelateerde zoekopdrachten