jukbeen
jukbeen - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) één van de beenderen van de schedel (os zygomaticum) ♢ Het jukbeen was onbeschadigd gebleven. Woordherkomst samenstelling van juk en been
Wiktionary (2019)
jukbeen - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) één van de beenderen van de schedel (os zygomaticum) ♢ Het jukbeen was onbeschadigd gebleven. Woordherkomst samenstelling van juk en been
Muiswerk Educatief (2017)
jukbeen - zelfstandig naamwoord uitspraak: juk-been 1. bot boven je wang, dat iets uitsteekt ♢ op haar jukbeen deed ze een beetje rouge Zelfstandig naamwoord: juk-been het jukbeen
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Het bot boven je wang, dat onder je oog net iets uitsteekt. Dit wangbeen kun je met je vinger voelen. Het jukbeen maakt deel uit van de oogkas en de wand van de neusholte. De vorm van jukbeenderen bepalen sterk hoe een gezicht eruitziet.
Ernst Meyer Camberg (1981).
aangezichts- of wangbeen, dat aan beide zijden van het gezicht aan de bovenkant van de wangen vooruit steekt.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
os zygomaticum, beenstuk van de aartgezichtsschedel, dat samen met een uitsteeksel van het slaapbeen de jukboog vormt. .
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: