Wat is de betekenis van Jonkman?

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

jonkman

vrijgezel De 66-jarige Beersenaar was een jonkman die geen auto had en alle verplaatsingen met de fiets deed. (Gazet van Antwerpen) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 3

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

jonkman

(de, -nen) ongetrouwde man, vrijgezel. Hij is overal bij. ‘Allemaal van na mijn pensioen hé. Ik ben jonkman, ik heb tijd.’ - BvL, 18-07-2002.

2024-04-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Jonkman

Jonkman, Jan Anne, Nederlands politicus, *13.9.1891 Utrecht, +27.7.1976 's-Gravenhage. Jonkman studeerde rechten in Utrecht, in Toulouse en in Leiden. Hij werkte van 1919-1939 bij de rechterlijke macht in Nederlands-Indië; tevens was hij lid van de → Volksraad, die hij van 1939-1942 presideerde. Van 1946-1948 was hij minister van Overzeese Gebiedsd...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

jonkman

Ongetrouwde man, vrijgezel; vaak in de verb. oude jonkman. Mijnheer Hippoliet was een oude jonkman die het grootste deel van zijn tijd doorbracht in een klein kantoortje waar vele stapels papiertjes lagen, DE PILLECYN 1962, 58.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

jonkman

ongetroude man, jong manlike persoon; vrygesel; vryer.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jonkman

m. (-s; ook jongelieden, jongelui), 1. jongeling, jonge man 2. ongehuwd persoon v. h. mannelijk geslacht; — (Zuidn.) oude jonkman, oude vrijer.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jonkman

m. -s, jongelieden, jongelui (jongeling, jonggezel; ongehuwd persoon van het mannelijk geslacht): jonkvrouw, v. -en; zie freule; jonkvrouwelijk, bn., bw.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jonkman

('jonk) m. (-s, jongelieden, jongelui) 1. Algm. jongeling. 2. Inz. ongehuwd man.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jonkman

m. (-s, -lui, jongelieden), 1. (in litteraire taal) jongeling, jonge man; 2. ongehuwd persoon van het mannelijk geslacht.