jongetje
jongetje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord jongen
Wiktionary (2019)
jongetje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord jongen
Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)
Jongetje - knaapachtig meisje. Ook gabbertje, jongeman, kwajongen, schoffie en schooiertje. Zie ook jochie, jongetje-meisje, aanduiding voor butch-fem, gebruikt in de jaren veertig en vijftig. Tijdens een ontmoeting op straat stak Greet haar verbazing niet onder stoelen of banken toen zij Adri in een jurk en op hoge hakken de Magere Brug in Amsterd...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n., jonkje (it), beuker, bûkemantsje (it), kreut, strob(be), boaike (it); (een bepaald —), manje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: