Wat is de betekenis van Jongeling?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jongeling

jongeling - Zelfstandignaamwoord 1. jong persoon Een jongeling van achttien jaren. Woordherkomst Afgeleid van jong met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

jongeling

jong manspersoon.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jongeling

s., (jong)feint; aankomend — maetsje (it); als (van) een —, feintich.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jongeling

m. (-en), jonkman, jong manspersoon (ong. 15 tot 25 jaar).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jongeling

m. -en (jongmens, jong manspersoon, jonkman); jongelingschap, v. (1 de leeftijd, waarin men jongeling is; 2 de gezamenlijke jongelingen): 1 de gelukkige dagen der jongeling; 2 de academische jongeling.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jongeling

('jongəling) m. (-en) jong manspersoon ± 12-30 jaar.

2024-04-29
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Jongeling

(in de Heilige Schrift). De Schrift acht den jongelingsleeftijd terecht van beslissend belang. In dezen leeftijd toch wordt in den regel gedaan de beslissende keus, ’t zij ten goede, ’t zij ten kwade (zie het art. Rijpere Jeugd). Dat de Schrift er zóó over denkt wordt duidelijk uit de vriendelijke, dringende vermaningen d...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jongeling

m. (-en), jong manspersoon (van 15-25 jaar).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)