jongeling
jongeling - Zelfstandignaamwoord 1. jong persoon ♢ Een jongeling van achttien jaren. Woordherkomst Afgeleid van jong met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
Wiktionary (2019)
jongeling - Zelfstandignaamwoord 1. jong persoon ♢ Een jongeling van achttien jaren. Woordherkomst Afgeleid van jong met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
M. J. Koenen's (1937)
m. -en (jongmens, jong manspersoon, jonkman); jongelingschap, v. (1 de leeftijd, waarin men jongeling is; 2 de gezamenlijke jongelingen): 1 de gelukkige dagen der jongeling; 2 de academische jongeling.
F.W. Grosheide (1926)
(in de Heilige Schrift). De Schrift acht den jongelingsleeftijd terecht van beslissend belang. In dezen leeftijd toch wordt in den regel gedaan de beslissende keus, ’t zij ten goede, ’t zij ten kwade (zie het art. Rijpere Jeugd). Dat de Schrift er zóó over denkt wordt duidelijk uit de vriendelijke, dringende vermaningen d...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: