Wat is de betekenis van John Buil?

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

John buil

personificatie van het Engelse volk

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

John buil

(Jan Stier), als schertsnaam en in de karikatuur gezegd van het Engelse volk, dat hardnekkig en ontoegevend heet te zijn. Waarschijnlijk afkomstig van een romanfiguur uit de 18de eeuw die deze karaktertrekken bezat.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

John buil

spotnaam voor het Engelse volk.

2024-04-28
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

John buil

(Portret plaat 43), * 1563 in Sommersetshire, ✝ 12. 3. 1628 te Antwerpen, componist, organist en virginalist, leerling van William Blitheman, een der meest geëerde Engelsche componisten uit den tijd der Tudors. Na organist van de kathedraal te Hereford geweest te zijn, werd hij in 1585 opgenomen in de Chapel Royal. In 1586 wordt hij te...

2024-04-28
Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

John Buil

John Buil is de schertsende benaming voor het Engelse volk. John Buil wordt afgebeeld als een stevig gebouwd man met min of meer uitdagende houding ; hij draagt een deftig geklede jas met lange panden en een niet al te hooge „kachelpijp." Over den oorsprong is men het niet eens. Sommigen denken aan John Buil, den hof organist, die in 1605 't Engels...

2024-04-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

John buil

Jan of Johan de Stier, schertsende benaming voor het engelsche volk in zijn geheel. Volgens sommigen is de uitdrukking het eerst gebezigd door Swift; anderen zoeken haar oorsprong in John Arbuthnot’s pamflet History of John Buil (1712), gericht tegen de whigs. In Engeland zelf geldt de naam J. als symbool der engelsche degelijkheid en energie...