Jim
(1860) (Barg.) jenever. Verkorting van jajim 'brandewijn'. • Jim, (barg.), jenever. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Jim, genever. (Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde. 1926) (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (Ewoud Sanders: Borrelwoorde...