Wat is de betekenis van jezuïtisch?

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Jezuïtisch

dubbelhartig; doortrapt

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Jezuïtisch

naar de leer der jezuïeten; schijnheilig, onoprecht.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jezuïtisch

(jə'zwi:tis) bn. en bw. 1. (als) van, eigen aan, betreffende, volgens de → jezuïeten of hun geest: „het doel heiligt de middelen” wordt nog altijd als een beginsel valselijk gekolporteerd. 2. dubbelhartig, sluw, listig : -e onderscheidingen.

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten