Wat is de betekenis van Jampie-de-jampie: van - gaan?

2024-05-01
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Jampie-de-jampie: van - gaan

geslachtsgemeenschap hebben. Pseudo-kindertaal. Kom mee, Olof. We gaan. Achter mijn huis is een ravotbos. Daar gaan we ’ns stevig van jampie-de- jampie. (Boudewijn Büch: Het bedrog, 1993)