Wat is de betekenis van Jama?

2024-04-29
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Jama

De familienaam Jama die nu in Nederland voorkomt is afkomstig uit Somalië. De enige naamdrager Jama die hier anno 1947 bij de Volkstelling werd geregistreerd is evenwel de pianiste Agnes Jama, dochter van Matija Jama, die uit Slovenië afkomstig is.

2024-04-29
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Jama

Zie jkvr. L. E. H. van Raders.

2024-04-29
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Jama

Jama - zie jkvr. L. E. H. van Raders.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Jama

m., Ind. myth. god van de dood en rechter over de doden.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Jama

In de Wedische en latere Indische mythologie, vormt met zijn tweelingzuster Jamî het eerste menschenpaar, voorvader der menschen. Doordat J. de eerste mensch was, die stierf, werd hij koning der zielen in het doodenrijk, later god van den dood.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Jama

('ja:ma) m. Oudindische god van de dood en rechter over de afgestorvenen. → vedisme.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Jama

Jama - (Yama), de Indische doodengod. In den Weda wordt hij aangeduid als degene: „die van de sterfelijken het eerst gestorven is”. Tot zijn beschikking staan twee hellehonden (vgl. CERBERUS), die o. a. vieroogig zijn. Merkwaardig is, dat, volgens den Awesta, bij de legerstede eens stervenden een vieroogige hond moet worden gebracht, om den sterven...

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Jama

Yama in de indische mythologie de god van den dood en rechter over de afgestorvenen. In de veda’s is hij met zijn zuster Jami de eerste mensch, die vervolgens ook in de onderwereld de woonplaats bereidde voor zijn nakomelingen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Jama

JAMA, m. (Ind. myth.) god van den dood en rechter over de afgestorvenen.