Wat is de betekenis van jachtgeweer?

1) (19e eeuw) (sch.) luizenkam. Syn.: luizenhark*; luizenharp*. • Vijf vrouwen, die eendrachtig bijeenzittend, elkanders lange zwarte haren ... reinigden en telkenmale haar jachtgeweer in den mond nemend, met vlugge vingers het wild bemachtigden. (Justus van Maurik: Indrukken van een Tòtòk'. 1897) • Jachtgew&egra...

jachtgeweer - Zelfstandignaamwoord 1. (jachttaal) geweer dat voor de jacht op wild wordt gebruikt Woordherkomst samenstelling van jacht en geweer

jachtgeweer - zelfstandig naamwoord uitspraak: jacht-ge-weer 1. een geweer om mee te jagen ♢ het hert werd geschoten met een jachtgeweer Zelfstandig naamwoord: jacht-ge-weer het jachtgeweer ...

Het geweer van de kleine man, dat liefdesgeluk moet aankondigen. Wanneer men in de droom met een jachtgeweer schiet, dan is dit een fallisch symbool, dat soms ook een ladingsstoring heeft. (Zie ook ‘Geweer’).

jachtgeweer - Geweren die zijn ontworpen voor gebruik tijdens de jacht.

s.n., jachtgewear (it), roer (it)

...

o. (...weren), 1.geweer voor de jacht (met lange loop); 2. (scherts.) fijne kam, om daarmee op de luizen jacht te gaan.

o. (-weren), geweer voor de jacht (met lange loop).