Wat is de betekenis van Ironiseren?

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ironiseren

bespottelijk maken

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ironiseren

(ironiseerde, heeft geïroniseerd), tot een voorwerp van ironie maken.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ironiseren

→ ironizeren.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)