Wat is de betekenis van Interruptor?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Interruptor

(Lat.), m. (-en, -s), schakelaar om een stroom (automatisch) te onderbreken.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Interruptor

[modern Lat.] (elektrotech.) stroomonderbreker, schakelaar.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Interruptor

onderbreker; toestel om de stroom te onderbreken

2025-07-16
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Interruptor

(Lat.; = hij die afbreekt; → interruptie). Onderbreker.

2025-07-16
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Interruptor

m. schakelaar.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

interruptor

m. onderbreker; stroomverbreker.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

interruptor

m. (Lat.)interrupto'res; (Ned.)-s (Lat. onderbreker; nat. instrumentje voor automatische verbreking v. electr. stroom).

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Interruptor

toestel v. zeer uiteenIoopende constructie, waarmede een elect. stroom regelmatig wordt onderbroken, om snel opeenvolgende stroomstooten te bereiken.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

interruptor

('ruptor) m. (-s; -en) (spr. 'to:rәn) toestel om de elektrische stroom te verbreken, het licht aan of uit te doen gaan enz.

Gerelateerde zoekopdrachten