internetten
internetten - Werkwoord 1. (inerg) gebruik maken van het internet ♢ Hij had de hele regenachtige middag geïnternet. internetten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van internetten ♢Wij internetten ♢Jullie interne...
Wiktionary (2019)
internetten - Werkwoord 1. (inerg) gebruik maken van het internet ♢ Hij had de hele regenachtige middag geïnternet. internetten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van internetten ♢Wij internetten ♢Jullie interne...
Muiswerk Educatief (2017)
internetten - regelmatig werkwoord uitspraak: in-ter-net-ten 1. gebruiken van internet ♢ Morris heeft de hele avond zitten internetten Regelmatig werkwoord: in-ter-net-ten
Ensie (2001)
Populaire aanduiding voor bezig zijn op Internet. Het begrip wordt in engere zin gebruikt als synoniem voor websurfen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: