Wat is de betekenis van Insta?

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Insta

(2018) (jeugd) verkorting van Instagram. Vgl. Snap*. • ‘Oranjeselfie voor op Insta!’ Ze kirren en tuiten hun lipjes theatraal naar de camera. (Freek van Kraaikamp: Elitepauper. 2018) • ‘Wow,’ zei hij terwijl hij dankbaar vooroverboog, ‘mag ik nog een selfie met je knallen voor Insta?’ (Mano Bouzamour:...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

insta

insta - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instaan ♢... dat ik insta insta - Werkwoord (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van instaan