Wat is de betekenis van Inlichten?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inlichten

inlichten - Werkwoord 1. (ov) opheldering geven De jongen liet zich inlichten door de politie. Woordherkomst samenstelling van in(bijwoord) en lichten(werkwoord)

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

inlichten

inlichten - regelmatig werkwoord uitspraak: in-lich-ten 1. gegevens geven ♢ ik zal u eens inlichten over die buurjongen van u Regelmatig werkwoord: in-lich-ten ik licht in (... ik inlicht) ...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inlichten

v., ynljochtsje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inlichten

(lichtte in, heeft ingelicht), 1. (w. g.) voorlichtende naar binnen brengen ; — (onoverg., dicht.) met of als licht ergens indringen, licht geven naar binnen : nauw licht de zon ter kamer in; 2. iem. inlichten aangaande, omtrent, over iets of iem., hem daaromtrent de nodige kennis verschaffen, hem opheldering geven: h...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inlichten

lichtte in, h. ingelicht (ophelderen, duidelijk maken): iem. omtrent (of: over) iets inlichten.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inlichten

('in) (lichtte in, heeft ingelicht) opheldering, kennis verschaffen : iemand aangaande, omtrent, over iemand of iets; goed, nauwkeurig, slecht, verkeerd, omtrent iemand of iets ingelicht zijn.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inlichten

(lichtte in, heeft ingelicht), iemand aangaande, omtrent, over iets of iemand, hem daaromtrent de nodige kennis verschaffen, hem opheldering geven: hij lichtte mij in over wat er gebeurd was; iemand beter -, hem een zaak juister verklaren; u bent beter ingelicht dan ik, u bent beter op de hoogte, weet er meer van.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)