Wat is de betekenis van Ingetogenheid?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ingetogenheid

s., dimmenens, bidêstens sedigens, stimmigens.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ingetogenheid

v. (het ingetogen-zijn): ingetogenheid van gedrag; ingetogenheid in handel en wandel.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ingetogenheid

(to:gənheit) v. het → ingetogen zijn : van gedrag; in handel en wandel.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)