Ingeland
grondbezitter in een bedijkt gebied
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Persoon, die in het gebied van een waterschap eigenaar, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of andere zakelijk genothebbende is van onroerend goed, zoals woningen, landerijen en zakelijke gebouwen. Een huurder of pachter is géén ingeland. In Zeeland was voorheen vooral het woord ‘geërfde’ in gebruik.
Veerman (1954)
Iemand, die geland is in een polder of waterschap, d.w.z. daarin land bezit. Hij heeft daardoor deel aan de publiekrechtelijke organisatie en kan zich daaraan ook niet onttrekken. Rechten: stemrecht (op verschillende wijzen geregeld: b.v. er is een minimum bezit vereist; verder 1 stem ha; of naar aflopende schaal van het bezit; of 1 stem per eigena...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. en v. (-en), INGELANDE, v. (-n), eigenaar, eigenares van land in een bedijkt gebied (waterschap of polder); de gemene ingelanden, al de grondeigenaars binnen zulk een gebied.
M. J. Koenen's (1937)
m. ingelanden (grondbezitter binnen een bedijkt gebied: een polder of waterschap); als vr. soms ingelande; zie hoofdingeland.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Term, in Ned. gebruikt voor diegenen, die gronden bezitten of in pacht hebben, gelegen in het gebied van een waterschap. Voor hun rechten en verplichtingen, zie ➝ Waterschap. In sommige groote Hollandsche waterschappen vormden de voornaamste i. of hunne vertegenwoordigers het het college der hoofdingelanden, dat toezicht hield op het bestuur. In ve...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), eigenaar van land in een bedijkt gebied (waterschap of polder); de gemene ingelanden, al de grondeigenaars binnen zulk een gebied.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: