Informaliteit
v. (-en), 1. het niet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven vorm; — onvormelijkheid; 2. (eufem.) onregelmatige handeling van een ambtenaar, ambtsvergrijp.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. het niet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven vorm; — onvormelijkheid; 2. (eufem.) onregelmatige handeling van een ambtenaar, ambtsvergrijp.
Marc de Coster (2004)
Eigenlijk: het afwijken van de regels; vaak echter een eufemisme voor een strafbaar feit gepleegd door een ambtenaar; ambtsvergrijp. De moderne lobbyist gaat niet op pad zonder strategie. Hij beheerst tal van tactieken om mensen te bespelen en weet waar zijn grenzen liggen. Hoewel hij voor zijn handwerk blijvend is aangewezen op de informaliteit, b...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(informali’teit) v. (-en) 1. Algm. niet-overeenstemming met de voorgeschreven vorm. 2. Euf. ambtsvergrijp.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. het niet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven vorm; onvormelijkheid; 2. (euf.) onregelmatige handeling van een ambtenaar, ambtsvergrijp.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: