Infinitum
[Lat.] ad-, in -, tot in het oneindige.
Jacon Kramers Jz (1948)
(Lat.) o. het oneindige, onbegrensde; ad ~, n ~, tot in t oneindige. in fiocchi. (It.) in pontificaal.
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
(Lat. oneindig; in; finitum, part. perf. van finire = eindigen). De toevoeging ad inf. bij reeksen is een afkorting van ad infinitum = tot in het oneindige, dus onbegrensd voortgezet.
Stephanus Axters (1937)
Het oneindige. Dicendum est, quod infinito simpliciter quoad omnia, nihil est maius, infinito autem secundum aliquid determinatum non est aliquid maius in illo ordine, potest tarnen accipi aliquid maius extra ilium ordinem, s. THOMAS, SUM. THEOL. HI, Q. 10, A. 3, AD 3, We moeten ... zeggen, dat erniets grooter is dan wat zonder meer in al...
Fokko Bos (1914)
infinitum - het oneindige, onbegrensde; ,,ad infinitum” of „in infinitum”: tot in ’t oneindige.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: