Wat is de betekenis van Indolentie?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Indolentie

[Lat. indolentia = gevoelloosheid] geestelijke traagheid.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Indolentie

lusteloosheid

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Indolentie

v., onverschilligheid, lusteloosheid, vadsigheid, traagheid.

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Indolentie

(Lat. indolentia), lusteloosheid. Indologie, leer van de taal, lit., filos., relig. en kunst van Indië.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

indolentie

v. onverschilligheid, geestelijke traagheid.

2024-04-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Indolentie

is handelingstraagheid, die zijn oorsprong vindt in een ongevoeligheid voor prikkels van de buitenwereld, terwijl de innerlijke activiteit tevens beperkt is.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

indolentie

v. (Fr. indolence, Lat. indolentia: lusteloosheid; geestelijke traagheid).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

indolentie

('lensi) v. onverschilligheid, lusteloosheid, traagheid, vadsigheid, zorgeloosheid.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Indolentie

van het Latijnsche indolentia, eigenlijk pijnloosheid, vandaar: ongevoeligheid, onverschilligheid, zorgeloosheid, slapheid, traagheid.