Wat is de betekenis van indeuken?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

indeuken

indeuken - regelmatig werkwoord uitspraak: in-deu-ken 1. ergens een deuk in maken ♢ dit blik is zo dun dat je het gemakkelijk indeukt 2. ergens een deuk in krijgen ♢ de doos is helemaal ingedeuk...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Indeuken

v., yndûkje.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Indeuken

(deukte in, heeft en is ingedeukt), 1. een deuk in iets maken : je moet niet zo op die doos duwen, je zult hem uitdeuken : 2. een deuk krijgen: de buis is hier ingedeukt.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

indeuken

deukte in, h. ingedeukt (een deuk maken in, indrukken); een vilthoed indeuken.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Indeuken

Het indeuken van materialen wordt gebruikt als maatstaf bij de bepaling van de hardheid. Zie verder ➝ Brinellschaal.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

indeuken

('in) (deukte in, heeft ingedeukt) 1. een deuk in iets maken : een ingedeukte hoed. 2. een deuk krijgen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

indeuken

(deukte in, heeft en is ingedeukt), 1. (overg.) een deuk in iets maken: je moet niet zo op die doos duwen, je zult hem —, 2. (onoverg.) een deuk krijgen: de buis is hier ingedeukt.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Indeuken

INDEUKEN, (deukte in heeft en is ingedeukt), een deuk in iets slaan : mijn hoed is op verscheidene plaatsen ingedeukt; — een deuk krijgen : de buis is hier ingedeukt. INDEUKING. v. (-en), het indeuken; holligheid, put.