Wat is de betekenis van incivisme?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Incivisme

(Fr.), o., (in België) gebrek aan burgerdeugd; politieke onbetrouwbaarheid.

2025-07-17
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

incivisme

landverraad, gebrek aan burgerzin Al moeten we ook daar een kanttekening bij maken: de ideologische druk in de jaren dertig en de naoorlogsjaren was dermate hoog dat incivisme wellicht nog smadelijker bekeken werd dan roofmoord. (Lukas De Vos, Heen) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 3

2025-07-17
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

incivisme

(het) landverraad, collaboratie, gebrek aan burgerzin

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Incivisme

politieke onbetrouwbaarheid (B); gebrek aan burgerdeugd (B)

2025-07-17
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

incivisme

Gebrek aan burgerzin, -trouw; politieke onbetrouwbaarheid; in ’t bijz. in toep. op de collaboratie met de bezetters tijdens de oorlog. Om redenen van billijkheid en menslievendheid ... gedeeltelijk te verzaken aan de invordering van de aan de Staat toegekende schadevergoeding, van de intresten en de eraan verbonden onkosten, inbegrepen de reg...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

incivisme

(‘vismə) o. gebrek aan burgerdeugd.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

incivisme

[→Fr.], o., (gew.) gebrek aan burgerdeugd; politieke onbetrouwbaarheid.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten