inbreuk
inbreuk - Zelfstandignaamwoord 1. (juridisch) iets schenden ♢ Er werd geen inbreuk gemaakt op het auteursrecht met het downloaden van liedjes. Woordherkomst afgeleid van inbreken samenstelling van in(voorzetsel) en breuk
Wiktionary (2019)
inbreuk - Zelfstandignaamwoord 1. (juridisch) iets schenden ♢ Er werd geen inbreuk gemaakt op het auteursrecht met het downloaden van liedjes. Woordherkomst afgeleid van inbreken samenstelling van in(voorzetsel) en breuk
Muiswerk Educatief (2017)
inbreuk - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-breuk 1. het kapotmaken of verstoren ♢ hij maakt inbreuk op onze privacy Zelfstandig naamwoord: in-breuk de inbreuk de inbreuken
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
overtreding Twee van die boetes werden uitgeschreven op dezelfde dag in 2013. De inbreuk die er op vermeld stond, was echter telkens anders, alhoewel mijn wagen in tussentijd niet verplaatst werd. (Het Laatste Nieuws) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1
Henk Huizinga (2000)
Eng. infringement; de inbreuk op het recht van iemand op een octrooi of merk, zoals dit wordt omschreven in respectievelijk de Benelux Merkenwet en de Octrooiwet. Van inbreuk op een merk is sprake wanneer het gebruik van een merk verwarring sticht en misleidend is ten aanzien van een reeds bestaand merk. Van inbreuk op een octrooi is sprake als voo...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: