Inblazing
s., ynblazing, -bliezing.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. het inblazen ; — inboezeming ; 2. wat ingeblazen wordt; influistering; oorblazing, ingeving: dat is een inblazing van de Boze.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(van den duivel). Het staat vast, dat God aan den duivel macht heeft gegeven, als geest invloed uit te oefenen op den mensch, en men in dezen invloed een lichamelijken en een geestelijken kan onderscheiden. Onder den eersten vallen kwellingen door den duivel, uit vsch. levens van heiligen bekend, bijv. uit dat van den H. Pastoor van Ars, J. B. Via...
Dr. Ch. Bles (1929)
Insufflatie. Het inblazen van poeder of lucht in een lichaamsopening. Op deze wijze worden b.v. geneesmiddelen in neus en keel geappliceerd. Lucht wordt o.a. ingeblazen in het middenoor door den neus (zie Oorheelkunde').
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: