Wat is de betekenis van ijzererts?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ijzererts

o. (-en), die delfstoffen welke het ijzer in zulke hoeveelheden bevatten, dat dit zich daaruit met voordeel laat afzonderen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ijzererts

ijzererts - Zelfstandignaamwoord 1. IJzererts is een erts waaruit het metaal ijzer gewonnen kan worden. IJzererts is na bauxiet het meest voorkomende metaalerts in de aardkorst met een aandeel van zo’n 5%. Woordherkomst samenstelling van ijzer en erts

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ijzererts

ijzererts - zelfstandig naamwoord uitspraak: ij-zer-erts 1. delfstof met veel ijzer erin ♢ uit ijzererts wordt ijzer gewonnen Zelfstandig naamwoord: ij-zer-erts het ijzererts

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Ijzererts

ijzerhoudende gesteente- of grondsoorten, waaruit in hoogovens ijzer gewonnen kan worden. De belangrijkste soorten zijn: rood-ijzererts en het waterhoudende bruin-ijzererts, verder magneet-ijzersteen en zwavel-ijzerkies; zie aanhangsel economische wereldkaarten.

2025-07-15
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Ijzererts

(bodemk.) Verschillende (veen)mineralen van anorganische oorsprong, o.a. limoniet of bruin ij., sideriet of wit ij. en blauw ij. of vivianiet.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ijzererts

o. ijzerertsen (ijzer, verbonden met verschillende stoffen, zoals het in de natuur voorkomt inz. delfstoffen, waarin het ijzer in zulke hoeveelheden en in die toestand van zuiverheid voorkomt, dat zich dit met voordeel laat afzonderen): er is rood en ook bruin ijzererts; ijzererts wordt gesmolten in de hoogoven.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

IJzererts

→ IJzer.