Wat is de betekenis van Ijfel?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ijfel

m. (-s), 1. ijf, taxus: 2. boog van taxus-, ijfelhout.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ijfel

m. ijfels (ijf; boog van ijf- of taxis hout).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ijfel

('ijfəl) m. (—s) boog van ijf- of taxushout.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ijfel

IJFEL, m. (-s), ijf, taxis; ooog van ijfelhont, ijvenhout, ijbenhout.

Gerelateerde zoekopdrachten