Wat is de betekenis van ignorant?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ignorant

ignorant - Bijvoeglijk naamwoord 1. onwetend Woordherkomst afgeleid van het Franse ignorant (met het achtervoegsel -ant)

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ignorant

[Fr. = o.dw van ignorer, zie ignoreren] onwetend, onkundig.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ignorant

onwetend(e)

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ignorant

onwetende, onkundige

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Ignorant

I. onwetend, onkundig (de van); II. onwetende, weetniet.

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Ignorant

ignorant, weetniet.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ignorant

(<Fr.-Lat.), I. bn., onwetend; II. zn. m. ,(-en), 1. onwetende, onkundige; 2. broeder die aan onwetenden onderricht geeft, ook Ignorantijn genoemd.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ignorant

onwetende, /.ie, onwetendheid.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ignorant

m. onwetende, onkundige, weetniet.