Wat is de betekenis van Igel?

2024-04-30
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Igel

(Du., lett. egel), kleine beker van Waldglas. waarvan de glaswand bezet is met puntnoppen. Dateert uit de 15de eeuw .

2024-04-30
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Igel

stekelvarken; (soms) bloedzuiger.

2024-04-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Igel

Plaatsje met ca. 750 (Kath.) inw. bij Trier. Wijnbouw. In de buurt bevindt zich de zgn. Zuil van Igel, een 23 m hoog Rom. grafmonument uit roode zandsteen, opgericht in de eerste helft van de 3e eeuw n. Chr., rijk versierd met reliëfs.Lit. : H. Dragendorff en E. Krüger, Das Grabmal von I. (1924).

2024-04-30
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Igel

dorp in het pruis. reg.-district Trier, 2 uren gaans boven de stad Trier; in de nabijheid de ruim 71 vt. hooge Igelzuil, een der schoonste monumenten van romeinsche bouwkunst aan deze zijde der Alpen.