identiteitsbewijs
identiteitsbewijs - Zelfstandignaamwoord 1. een document waaruit de identiteit van iemand blijkt ♢ Zij moesten hun identiteitsbewijzen tonen. Woordherkomst samenstelling van identiteit en bewijs met het invoegsel -s-
Wiktionary (2019)
identiteitsbewijs - Zelfstandignaamwoord 1. een document waaruit de identiteit van iemand blijkt ♢ Zij moesten hun identiteitsbewijzen tonen. Woordherkomst samenstelling van identiteit en bewijs met het invoegsel -s-
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
wettig document waaruit iemands identiteit blijkt, zoals een paspoort of rijbewijs. - persoonsbewijs; legitimatiebewijs.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. het bewijs van volkomen overeenstemming, van gelijkheid; 2. gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt; zij moet voorzien zijn van een deugdelijke afbeelding, een korte omschrijving van het uiterlijk, alsmede van de handtekening van de betrokken persoon.
M. J. Koenen's (1937)
o. -bewijzen; bewijs, dat men de persoon is, waarvoor men zich uitgeeft; zie eenzelvigheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: