Wat is de betekenis van ia?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ia

nabootsing van het geluid van een ezel. woord waarmee het geluid dat een ezel maakt wordt nagebootst; woord dat het gebalk van een ezel weergeeft; nabootsing van het geluid van een ezel. Vaak ook in kinderliedjes en kinderverhalen. Voorbeelden: Een van de meest bekende dierengeluiden is die van de ezel: ia. Maar waarom maakt e...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ia

ia - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën ♢ Ik ia 2. gebiedende wijs van iaën ia! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën ia je?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ia

tw., nabootsing van het geluid dat de ezel maakt.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ia

= prima. eerste soort.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ia

1. tw.; geluid v. e. ezel; 2. zn. o.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ia

(i'a) [klnb.] 1. tw. geluid, gebalk van de ezel. 2. o. (-’s) geluid onder (1) beschreven.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ia

tw., nabootsing van het geluid dat de ezel maakt.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ia

IA, tw. klanknabootsing van het geluid, dat de ezel maakt.