Hyperícum prolíficum L
O. N.-Amerika; 1-1,5 m. Breed uitgroeiende struik met een weinig afschilferende, rechtopgroeiende, kantige, grijsbruine takken en zwak 2-kantige, bruin-groene twijgen; bloeit van Juli-September met goudgele bloemen in trosvormige schermen aan het einde der jonge twijgen. Bladeren gemiddeld 4-6 cm lang, bovenzijde zwak glanzend, iets blauw-donkergro...