Wat is de betekenis van Huurpenning?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huurpenning

m. (-en), 1. godspenning (die men bij het huren geeft); 2. (mv.) de huur of pachtsom voor een woning enz.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huurpenning

m. -en; godspenning; in het mv.: gelden voor de huur.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huurpenning

m. (-en) 1. godspenning. 2. huurpenningen huurloon.