Wat is de betekenis van hulk?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hulk

1) (1980) (inf.) krachtpatser; bodybuilder; rambofiguur, vleesklomp*. Door het Parool van 25/11/1989 gesignaleerd als Amsterdamse scholierentaal. Hulk is oorspronkelijk de benaming voor een ouderwets groot en log koopvaardijschip. In de jaren tachtig van vorige eeuw raakte het woord echter vooral bekend als naam van een figuur in een televisieserie...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hulk

hulk - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) (formeel) een historisch type vrachtschip dat in de Middeleeuwen werd gebruikt voor transport over zee 2. (scheepvaart) onttakeld schip dat een andere functie heeft gekregen Verwante begrippen bark, pink, schuit

2024-04-30
Verschillende speciale woordenboekjes

Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)

Hulk

bijnaam van de Slowaakse wielrenner Peter Sagan (Tinkoff -Saxo). Ook: de Kannibaal, Rambo, Terminator, Tourminator.

2024-04-30
Bijnamenboek Tour de France

Instituut voor de Nederlandse taal (2015)

Hulk

Hulk, bijnaam van de Slowaakse wielrenner Peter Sagan (Tinkoff -Saxo). Ook: de Kannibaal, Rambo, Terminator, Tourminator.

2024-04-30
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

hulk

krachtpatser; rambofiguur. Door Het Parool van 25/11/1989 gesignaleerd als Amsterdamse scholierentaal. Hulk is oorspronkelijk de benaming voor een ouderwets groot en log koopvaardijschip. In de jaren tachtig raakte het woord echter vooral bekend ais naam van een figuur in een televisieserie: een grote, gespierde en gewelddadige kerel. ‘The in...

2024-04-30
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Hulk

Hulk - informele aanduiding voor een buitengewoon sterk persoon. Naar een gelijknamig populair jeugdprogramma. Tijdens deze reis één keer in mijn billen geknepen door een hulk en één keer besprongen door een hond. Marjan Berk: Een mooi leesboek, 1994

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hulk

[verm. van Gr. hoikas = vrachtschip, van helkein = trekken] (gesch.) bep. koopvaardijschip; thans dichterlijk, schip, ook: opgelegd schip gebruikt voor andere doeleinden.

2024-04-30
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hulk

magazijnschip, afgetakeld schip.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hulk

v. (-en), 1.(eert.) soort van groot en log koopvaardijschip, van de 15de tot de 17de eeuw algemeen gebruikt; (thans) dicht, voor schip in ’t algemeen: de hulk zwalkte op de baren; het huikje werd door de storm voortgezweept; 2. (fig.) de hulk van staat, de staat, het staatsbestuur ; 3. onttakeld schip dienend voor kanto...