Wat is de betekenis van Huiszoeking?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huiszoeking

huiszoeking - Zelfstandignaamwoord 1. een actie waarbij iemands huis, meestal door de autoriteiten, doorzocht wordt Een huiszoeking vereist een door het hof daartoe afgegeven bevel. Woordherkomst Samenstellende afleiding van huis en zoeken met het achtervoegsel -ing

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huiszoeking

huiszoeking - zelfstandig naamwoord uitspraak: huis-zoe-king 1. doorzoeken van een huis ♢ de politie deed een huiszoeking bij de crimineel Zelfstandig naamwoord: huis-zoe-king de huiszoeking ...

2024-04-27
Begrippen in de Rechtspraak

Ensie (2016)

Huiszoeking

Het doorzoeken van een woning om goederen in beslag te nemen.

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Huiszoeking

Door de officier van justitie en de rechter-commissaris (belast met het vooronderzoek) kan in het belang van het onderzoek naar een gepleegd strafbaar feit huiszoeking worden gedaan ter inbeslagneming van voorwerpen.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Huiszoeking

s., hússiking.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huiszoeking

v. (-en), gerechtelijk onderzoek in de woning van een beklaagde of verdachte, in de woning waarin een misdrijf is gepleegd enz. : huiszoeking bij iemand doen.

2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Huiszoeking

het doorzoeken van een gebouw, om te zien, of daar ook sporen van een gepleegd misdrijf zijn te vinden. Krachtens art. 111 Ned. Sv. is rechter commissaris bevoegd H. te doen met verlof der rechtbank. Bij dringende noodzakelijkheid kan hij ook zonder dat verlof H. doen op elke plaats, waar het misdrijf is begaan of sporen heeft achtergelaten, in won...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huiszoeking

v. -en; gerechtelijke visitatie van iem. woning: huiszoeking doen.