huisdeur
huisdeur - Zelfstandignaamwoord 1. de deur aan de voorkant van het huis ♢ Als je op vakantie gaat moet je de huisdeur goed afsluiten. Woordherkomst samenstelling van huis en deur
Wiktionary (2019)
huisdeur - Zelfstandignaamwoord 1. de deur aan de voorkant van het huis ♢ Als je op vakantie gaat moet je de huisdeur goed afsluiten. Woordherkomst samenstelling van huis en deur
J.H. van Dale (1898)
HUISDEUR, v. (-en), voordeur van het huis; ...DIEF, m. (...dieven), bediende die zijne meesters besteelt; ...DIER, o. (-ren), tam dier ter wille van het nut of de gezelligheid door den mensch gehouden en verzorgd; de hond behoort tot de nuttige huisdieren; ...DIEVERIJ, v. (-en), kleine diefstal door bedienden gepleegd; ...DOKTER, m. (-s), de gen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: