Wat is de betekenis van Houttuin?

2024-04-27
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Houttuin

Bij wagenschotzagers, terrein waarop het gezaagde hout te drogen werd gezet.

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

houttuin

(de, -en), (veroud.) syn. van houtgrond : z.a. Op deze houtplantages of houttuinen werd ook wel bouwhout geproduceerd, maar hoofdzaak was meestal brandhout (Enc.Sur. 481). - Opm.: ‘Aan de mond van de Para, in de voormalige houtplantage Houttuin, lag eens het fort Para’ (Enc.Sur. 383). Het oude plantagedorp bestaat nog en draagt nog die...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Houttuin

m. (-en), werf van een houtkoper, waar het gezaagde hout opgestapeld staat.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

houttuin

m. -en; werf of erf, waar (timmer)hout opgestapeld is.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

houttuin

m. (-en) omheinde bewaarplaats voor hout.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

houttuin

m. (-en), werf van een houtkoper, waar het gezaagde hout opgestapeld staat.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)