Wat is de betekenis van Hotspot?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

hotspot

(zelfstandig naamwoord) [alg.] brandpunt, brandhaard, concentratiepunt, kern - Plekken achter de stations zijn vaak een brandpunt van criminaliteit. - De Agora wordt een cultureel brandpunt in 's-Hertogenbosch. [toerisme] trekpleister, trekplek; populaire tent, dé tent, favoriete tent - Voor buitenlandse toeristen blijft Amsterdam...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hotspot

hotspot - Zelfstandignaamwoord 1. gebied met hoge radioactiviteit 2. plaats waar men draadloos kan internetten 3. plaats op de aarde met een dunne aardkorst waar veel vulkanische activiteit is 4. plaats waar de interessante dingen gebeuren - Een mini-kikker van slechts 13,8 millimeter zit op het gezicht va...

2024-04-27
Begrippenlijst FOD Economie

Belgische overheid (2019)

Hotspot

Hotspot - Door middel van wifi-toegangspunten kunnen computers en terminals in de zone die door de hotspot wordt gedekt draadloos verbonden worden met het internet. Deze zone is vaak een drukbezochte plaats, zoals een station, een luchthaven, een restaurant, een hotel of een café.

2024-04-27
Begrippenlijst Nederlands Jeugdinstituut

Het Nji (2016)

Hotspot

Een hotspot is een plek waar draadloze internettoegang (WiFi) wordt aangeboden.

2024-04-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Hotspot

Hotspot - (Eng.), plaats die erg ‘in’ is; trendy ontmoetingsplaats. De West Coast was de hot spot in die jaren '50, het sleutelwoord ‘cool’. Avenue, februari 1991 Toch is dat telefoonnummer (6822666) onontbeerlijk, want op deze vrijdagavond - een week of drie na de opening - treffen we in de Siberische zandvlakten onder de watertoren tegenover de...

2024-04-27
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

hotspot

1. onveilige plek (Den Haag, Rotterdam); 2. leuke plek (Amsterdam, reisgidsen); 3. plek met draadloos internet.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hotspot

[Eng.], v./m. (-s), bij benzinemotoren en vooral bij petroleummotoren voorkomende verwarmingsinrichting om onvolledige verdamping van de brandstof in de carburator tegen te gaan. (e) De hotspot is een deel van het inlaatspruitstuk dat verwarmd wordt door de hete uitlaatgassen (afb.); soms is een hotspotklep aangebracht. Ook zijn er carburators die...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)