Wat is de betekenis van hoteleigenaar?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoteleigenaar

hoteleigenaar - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep)(toerisme) de bezitter van een overnachtingsplaats voor toeristen De hoteleigenaar vond het fijn om goed voor zijn gasten te zorgen. Woordherkomst samenstelling van hotel en eigenaar

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoteleigenaar

hoteleigenaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: ho-tel-ei-ge-naar 1. eigenaar van een hotel ♢ deze hoteleigenaar heeft veel personeel in dienst Zelfstandig naamwoord: ho-tel-ei-ge-naar de hoteleigenaar ...