hoteldebotel
uitzinnig. geheel buiten zichzelf, uitzinnig, zowel als gevolg van een positieve als van een negatieve gemoedstoestand; naargelang van het verband ook: volslagen gek; stapelgek. Voorbeelden: Ik had wel gedacht dat Arne blij zou zijn met het meisje, maar niet dat hij zo hoteldebotel zou zijn. Hij stond daar met het kind op zijn arm en...