hospes
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (-en, Lat. hospites), 1. persoon bij wie men voor geld inwoont; — waard, herbergier: de welgedane hospes stond achter het buffet; 2. dier ten wiens koste parasieten leven.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (< Lat. gastheer) (stud.) huisbaas; de persoon bij wie men als student (tegen betaling) inwoont. Ook gebruikt om een herbergier mee aan te duiden. • Jy hospes, dunkt me, houdt je gasten voor de fop… (Pieter Langendijk: De gedichten. Deel 2. Na 1760) • De hospes en hospita van den gouden Arend, stonden bij onze aankom...
Wiktionary (2019)
hospes - Zelfstandignaamwoord 1. een man die een of meer kamers in zijn eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal ♢ Het lijkt wel alsof er veel minder hospites dan hospita's zijn. Verwante begrippen hospita (een "vrouwelijke hospes"), hospice, hospi...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., verwant met hostis = vreemdeling, later: vijand] gastheer (ook van parasiet), kostbaas, waard.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: